Oh My Goods!



Met het onlangs verschijnen van de Big Box werd het hoog tijd dat De Solospelers eens stil zouden gaan staan bij Oh My Goods! (of Oh Mijn Goederen!), een kaartspel van Alexander Pfister. In de basis is Oh My Goods! niet solo te spelen, maar met het uitbrengen van niet één, maar zelfs twee uitbreidingen, heeft Pfister dat ‘probleem’ opgelost. Of het naar mijn mening ook een goede oplossing is, ga ik je in deze review vertellen.

In het spel Oh My Goods! (2015) neem je de rol aan van een ambachtsman die leeft tijdens de Middeleeuwen en gereedschap, vaten, ijzer, glas en vele andere goederen produceert. Weet je daarmee de meeste overwinningspunten te verdienen, dan heb je het spel gewonnen.

Oh My Goods! is een tableau builder met een redelijk hoog push-your-luck-gehalte. De kaarten waarmee je het spel speelt, zijn op meerdere manieren in te zetten, namelijk als grondstof, als het op de kaart afgebeelde gebouw of als de goederen geproduceerd door een productiegebouw. In het laatste geval dient de kaart met het goed (oftewel de achterzijde van de kaart) naar boven (en een kwartslag gedraaid) op dat productiegebouw neergelegd te worden. Dit multi-use-gebruik van kaarten is iets dat we natuurlijk bij meer spellen van Alexander Pfister (onder andere Maracaibo en Boonlake) tegenkomen, en ik houd daar wel van.



Ambachtsmannen klaar, werken maar!
Elke ambachtsman start het spel met een houtskoolbrander, een arbeider en vijf handkaarten. Op de houtskoolbrander worden zeven kaarten dicht en een kwartslag gedraaid neergelegd. Elk van deze zeven kaarten komt overeen met het goed ‘houtskool’ dat één munt per goed waard is.

Het spel wordt gespeeld over een variabel aantal rondes. Elke ronde bestaat uit vier fases. De eerste fase van het spel start met het al dan niet afleggen van al je handkaarten waarna je een gelijk aantal kaarten van de trekstapel trekt. Vervolgens krijg je twee nieuwe handkaarten.

 

Men neme een houtskoolbrander
In de tweede fase komt de zon op dus tijd om aan de slag te gaan! Om goederen te kunnen produceren, zal je de juiste grondstoffen moeten hebben. De dag begint daarom met naar de markt gaan om grondstoffen te vergaren. Er worden kaarten van de gezamenlijke trekstapel getrokken en in het midden van de tafel gelegd. Deze kaarten vormen tezamen de markt. Kaarten worden getrokken net zolang tot er in de markt ook twee kaarten liggen met daarop een halve zon afgebeeld.

 

De zon komt op in het oosten
Als ambachtsman heb je nu een beetje een idee wat er in ieder geval te halen valt op de markt vandaag. Met die kennis in het achterhoofd bepaal je nu in welk(e) productiegebouw(en) je deze ronde aan de slag wilt gaan en of en zo ja, welk gebouw je wilt bouwen. Dit laatste doe je door een kaart uit je hand dicht voor je neer te leggen als teken dat je aan het einde van de vierde fase een gebouw gaat bouwen.

Je stuurt nu je arbeider naar het door jou gekozen productiegebouw en hebt daarbij twee mogelijkheden: efficiënt of slordig.

Als je zeker weet dat je deze ronde over alle voor de productie benodigde grondstoffen beschikt, of er op durft te gokken dat dat het geval gaat zijn, dan heeft je arbeider een goede dag, is hij efficiënt en produceert hij deze ronde twee goederen. Dat houdt wel in dat, wanneer niet alle benodigde grondstoffen op de markt verkrijgbaar zijn, je de ontbrekende grondstoffen uit je hand moet kunnen aanvullen (en daarna ook afleggen). Te weinig grondstoffen betekent ook geen productie die dag en, geloof me, dat wil je echt niet.

Zie je dus op voorhand al aankomen dat het wel eens lastig kan gaan zijn om alle grondstoffen bij elkaar te krijgen, dan schakel je die ene medewerker in waarvan je weet dat die de kantjes er waarschijnlijk van af gaat aflopen, maar die ook genoegen neemt met minder salaris. Je kunt dan volstaan met een grondstof minder. Daartegenover staat dan wel dat je ook maar één goed produceert. Ook dat doe je liever niet, maar het is in ieder geval beter dan helemaal niet produceren.

 

En gaat onder in het westen
De dag nadert zijn einde, de zon gaat onder en de markt gaat bijna sluiten. Als ambachtsman ben je op zoek naar de grondstoffen die nog ontbreken voor je productie. Er worden opnieuw kaarten van de gezamenlijke trekstapel getrokken en in het midden van de tafel gelegd. Ook nu worden er kaarten getrokken net zolang tot er in de markt nog twee kaarten met daarop een halve zon liggen. De zon is nu ondergegaan.

Het is nu tijd om ook daadwerkelijk wat te gaan doen dus gaan we de vierde fase van de ronde in. Elk productiegebouw waar een arbeider aanwezig is produceert nu goederen. Dit gebeurt alleen als alle voor dat betreffende goed noodzakelijke grondstoffen ook in de markt aanwezig zijn dan wel vanuit je hand aangevuld kunnen worden.

Wanneer een gebouw tijdens een ronde ten minste één enkel goed produceert, dan mag je ook de productieketen van dat gebouw gebruiken. Aan de rechter onderzijde van de kaart staat een productieketen afgebeeld. De keten laat zien welke grondstoffen uit je hand of reeds geproduceerde (andere) goederen je kunt gebruiken om deze ronde extra goederen te produceren.

 

Waar hout gehakt wordt, vallen spaanders
Stel dus dat je je arbeider deze ronde aan de zaagmolen hebt toegewezen, en er zijn zojuist één of twee houtplanken geproduceerd, dan mag je vanuit je hand kaarten met hout als grondstof als goed (dus met de onderzijde naar boven en een kwartslag gedraaid) op de zaagmolen leggen. Dit mag je net zo vaak doen als dat je hout op handen hebt.

Is je arbeider tijdens een latere ronde bijvoorbeeld in de kuiperij succesvol aan het werk geweest, dan kun je die houtplanken weer gebruiken om vaten te maken. Je verplaatst dan één of meer houtplanken (goederen) van de zaagmolen naar de kuiperij. Je goederen zijn daarmee in één klap in waarde gestegen van twee naar vijf munten per goed. En dat is wat je in dit spel wilt bereiken!

Als laatste kun je nu nog het gebouw bouwen dat je tijdens de tweede fase opzij hebt gelegd. Het bouwen van een gebouw kost geld en daarvoor betaal je door het afleggen van goederen met een waarde ten minste gelijk aan de kosten van het gebouw. Kan je niet gepast betalen, ben je de teveel betaalde munten kwijt. Aan wisselgeld deden ze in de Middeleeuwen blijkbaar niet.

 

Iemand nog op zoek naar een vakantiebaantje?
In plaats van het bouwen van een gebouw, kan je eventueel ook een assistent inhuren. Ook het inhuren van een assistent kost geld en je zult al een aantal gebouwen in een bepaalde kleur gebouwd moeten hebben. De ingehuurde assistent wordt direct aan een productiegebouw toegewezen en hij of zij blijft daar net zolang tot je er tijdens de tweede fase van een volgende ronde voor kiest om hem of haar te verplaatsen. Om dat te mogen doen, zal je wel twee munten moeten betalen. Er kan altijd maar één iemand in een productiegebouw aanwezig zijn. Niet dat je anders zou willen. Tijdens een ronde wil je zoveel mogelijk verschillende goederen produceren en dat gaat natuurlijk niet als je je arbeider samen met een assistent in hetzelfde gebouw aan het werk zet.

De ronde wordt nu beëindigd door het afleggen van alle kaarten in de markt.

Het einde van het spel wordt getriggered als een ambachtsman zijn achtste gebouw heeft gebouwd. Dit is inclusief de houtskoolbrander waarmee hij het spel begonnen is. De huidige ronde wordt afgemaakt, waarna nog een laatste ronde volgt. Aan het einde van de laatste ronde mogen de productieketens van alle gebouwen gebruikt worden, dus ook van die gebouwen waar geen arbeider of assistent aanwezig is en de gebouwen waar niet geproduceerd is.

De eindscore wordt bepaald door de overwinningspunten van de gebouwde gebouwen en ingehuurde assistenten bij elkaar op te tellen. Vervolgens bepaal je de totale waarde van alle goederen die je tijdens het spel geproduceerd en nog niet verkocht hebt. Elke vijf munten zijn nu één overwinningspunt waard.

De oplettende lezer zal het ondertussen al wel hebben opgemerkt: waarom zou ik een achtste gebouw bouwen? Laat mij maar lekker veel goederen produceren die me veel munten en daarmee ook veel overwinningspunten opleveren. Tegen de tijd dat ik daarvan genoeg heb, leg ik dat laatste gebouw wel neer en maken we een einde aan het spel.

Dat begrijp ik helemaal en dat is ook volstrekt logisch als je dit spel solo zou spelen. Zoals eerder aangegeven is Oh My Goods! in de basis geen spel dat solo is te spelen en wel met het bovenstaande als voornaamste reden. Daar heeft Alexander Pfister gelukkig iets op bedacht en wel het uitbrengen van twee uitbreidingen voor Oh My Goods!, namelijk Longsdale in Revolt (2016) en Escape to Canyon Brook (2017).



Oh My Goods! Longsdale in Revolt
Longsdale in Revolt maakt van Oh My Goods! een campagnespel. De uitbreiding voegt niet alleen nieuwe gebouwen toe aan het spel, maar ook evenementkaarten en karakterkaarten.

De campagne telt vijf hoofdstukken. Elk hoofdstuk komt met één of twee setupkaarten, afhankelijk van het verloop van het voorgaande hoofdstuk. De gekozen setupkaart vertelt je welke evenementkaarten je tijdens dit hoofdstuk moet gebruiken en hoe je daarmee een deck moet samenstellen. Ook heeft elk hoofdstuk een kaart met een deel van het verhaal en de voorwaarden waaraan je moet voldoen om verder te mogen gaan met het volgende hoofdstuk. Hierbij moet je denken aan een minimaal aantal overwinningspunten en kracht. Voordat je overwinningspunten kunt gaan tellen, zal je eerst specifieke goederen ter waarde van een bepaalde hoeveelheid munten moeten verkopen. Voordat je aan een hoofdstuk begint, weet je dus al op welke gebouwen je je zult moeten focussen, wil je ook aan de gestelde voorwaarden kunnen voldoen.

Een hoofdstuk bestaat nu uit een vast aantal rondes. Speel je de campagne multiplayer, dan zijn dat negen rondes. Ga je alleen door het verhaal heen, dan heb je steeds tien rondes de tijd.

Ik ga natuurlijk niet uitgebreid op het verhaal zelf in, want het is en blijft natuurlijk een campagne die je zelf zult moeten ervaren. Wel ga ik kort in op de aanpassingen ten opzichte van het basisspel. Het betreft hier de volgende aanpassingen:
  • Aan het begin van elke ronde draai je de bovenste evenementkaart open en bekijk je welk voor- of nadeel je deze ronde hebt.
  • Tijdens de vierde fase mag je een gebouw bouwen en een assistent inhuren. Het is niet meer of het één of het ander.
  • Het is niet toegestaan om je assistenten te verplaatsen, tenzij de evenementkaart dit expliciet toestaat.
  • Als je tijdens de tweede of derde fase een karakterkaart trekt, dan handel je deze direct af waarna je hem aflegt.
Zoals aangegeven heb je niet alleen een bepaald aantal overwinningspunten nodig om door te mogen naar het volgende hoofdstuk, maar ook een bepaalde hoeveelheid kracht. Ben je wel bekend met het basisspel, maar (nog) niet met de uitbreidingen, dan zal dit je niets zeggen.

Kracht heb je nodig om de verdediging van Lonsdale op een bepaald niveau te krijgen. Kracht verdien je door wachttorens te bouwen, één van de nieuwe gebouwsoorten in het spel. De wachttorens zijn vanaf het eerste hoofdstuk al beschikbaar, dus geen zorgen, het is geen spoiler).

Voldoe je na tien rondes niet aan de voorwaarden, dan zal je het hoofdstuk opnieuw moeten doorlopen. Voldoe je wel, dan worden gebouwen die tijdens het hoofdstuk zijn geïntroduceerd, aan de trekstapel toegevoegd en mag je verder met het volgende hoofdstuk.

Ik kan je vertellen, het is niet altijd even eenvoudig om aan de voorwaarden te voldoen. Dit heeft vooral te maken met de willekeurigheid van de kaarten die je trekt. Door de mogelijkheid te bieden om aan het begin van de ronde al je handkaarten af te leggen en te vervangen door evenveel nieuwe kaarten is hierin wel beter te sturen. En geloof me, je zult dit vaak genoeg willen doen, in de hoop dat het lot je gunstig gezind is en je betere handkaarten geeft.


Oh My Goods! Escape to Canyon Brook
Deze uitbreiding voegt zes hoofdstukken toe aan het verhaal van de eerste uitbreiding. Behalve het basisspel heb je ook Longsdale in Revolt nodig om Escape to Canyon Brook te kunnen spelen.

Het spel wordt met dezelfde regels inclusief aanpassingen gespeeld als Lonsdale in Revolt. Met betrekking tot de assistenten komen daar nog de volgende aanpassingen bij:
  • In het solospel worden er twee assistenten in het aanbod geplaatst.
  • Je bent niet langer verplicht om een zojuist ingehuurde assistent direct aan een productiegebouw toe te wijzen.
  • Er dient altijd ten minste één gebouw zonder assistent te zijn, zodat je arbeider tijdens de tweede fase aan een gebouw toegewezen kan worden.
  • Ingehuurde maar nog niet toegewezen assistenten tellen mee voor het bepalen van de eindscore.
Met dank aan de beide uitbreidingen is Oh My Goods! ook solo leuk om te spelen. De regels zijn eenvoudig. De uitbreidingen maken de regels niet onnodig ingewikkeld.

Het spel bestaat uit alleen kaarten, die van een prima kwaliteit zijn. Zelf heb ik de kaarten gesleeved, dit omdat er wel wat schudwerk bij komt kijken. Tel daarbij op dat de uitbreidingen lange tijd niet heel erg makkelijk te verkrijgen zijn geweest. Mooi dus om te zien dat er nu een Big Box is en meer mensen het spel nu kunnen leren kennen. Ik heb trouwens geen idee of er met de Big Box ook wijzigingen in het spel zelf zijn aangebracht. Het enige dat bij mijn weten anders is, is dat er nu houten blokjes worden meegeleverd, die je kunt gebruiken als goederen. Maar daarvoor had ik zelf al wat anders bedacht.

 

This is your lucky day!
Zoals eerder aangegeven kent het spel wel een redelijk hoog push-your-luck-gehalte, dit vanwege de grote hoeveelheid en verscheidenheid aan kaarten. Houd er dus rekening mee dat je voor een hoofdstuk vaak meerdere pogingen nodig zult hebben.

Nadat je de campagne hebt afgerond, en geen zin hebt om deze opnieuw te doorlopen, kan je het spel altijd nog spelen door bij de setup de ‘All Inclusive’-kaart te gebruiken. Je speelt dan met alle nieuwe gebouwen door de trekstapel heen geschud, de evenementenkaarten en een willekeurig gekozen hoofdstukkaart om de voorwaarden voor het einde te weten. Het campagnespel wordt daarmee weer een gewoon kaartspel met een Beat-Your-Own-Score-conditie. Niks mee mis natuurlijk, al trek ik het spel zelf liever van tijd tot tijd uit de kast om opnieuw aan de campagne te beginnen.


Conclusie
Oh My Goods! is een fijn spel dat lekker vlot weg speelt. Omdat een potje niet veel langer duurt dan een minuut of 25 tot 30, leent het spel er zich voor om meerdere potjes achter elkaar te spelen. Als ik het spel met de uitbreidingen niet al zou hebben, dan zou ik nu zeker de Big Box aanschaffen.

Mocht je na het spelen van Oh My Goods! nog geen genoeg hebben van Longsdale en omgeving, dan is er nog altijd Expedition to Newdale, een bordspelversie van Oh My Goods!

Ook is er nog een ander kaartspel dat zich in de wereld van Oh My Goods! afspeelt, te weten Tybor the Builder. Omdat dit kaartspel niet solo te spelen is, ga ik daar verder ook niet op in.

Review door Corien de Jongh © voor De Solospelers ©

Pro
+ Het spel speelt vlot weg
+ Korte speelduur

Con
- Het artwork is niet heel sprekend
- Uitbreiding(en) noodzakelijk om het spel solo te spelen

REFERENTIEPUNTEN
Thema: 4/5
Art/Componenten: 7/10
Spelregels: 4/5
Setup/Speeltijd: 4/5
Geluk versus strategie: 4/5
Win-/Verliesconditie: 4/5
Herspeelbaarheid: 3/5
Spelplezier: 7/10

ALGEMENE SCORE: 7,4/10